In de darmen worden alle voedingstoffen uit de voedselbrij gehaald en gestuurd naar je bloed. Het hart pompt het bloed rond naar alle spieren en zo krijgen alle spieren de hoeveelheid voedingstoffen die de spieren nodig hebben. Wat overblijft wordt uit het lichaam gescheiden. In de spieren vinden reacties plaats die ervoor zorgen dat de voedingstoffen die zijn gearriveerd van energie voorzien zodat de spieren kunnen bewegen. In je spieren zitten heel erg veel cellen. Een ander woord voor celstofwisseling is metabolisme. Metabolisme is actief transport waarbij biomoleculen door de celmembraan getransporteerd worden. De biomoleculen worden aan eiwitten verbonden, deze eiwitten heten carriers. Eiwitten zijn Aminozuren die bestaan uit de elementen koolstof, waterstof, zuurstof en stikstof. In de cel worden de biomoleculen weer ontbonden en verstuurd naar de mitochondriën waar het verwerkt wordt. 

 

Biomoleculen zijn bestandsdelen die uit verschillende elementen kan bestaan, zoals koolstof of stikstof. Moleculen die koolstof bevatten heten ook wel organische moleculen. Moleculen zonder koolstof heten anorganische moleculen.

Je hebt een aantal soorten biomoleculen; Koolwaterstoffen, koolhydraten, Eiwitten (proteïnen of ook wel aminozuren), Lipiden (vetten) en Nucleïnezuren.

Maak jouw eigen website met JouwWeb